Oude Testament

Nieuwe Testament

Johannes 1:3-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is.

4. In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen;

5. en het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen.

6. Er trad een mens op, van God gezonden, wiens naam was Johannes;

7. deze kwam als getuige om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zouden.

8. Hij was het licht niet, maar was om te getuigen van het licht.

9. Het waarachtige licht, dat ieder mens verlicht, was komende in de wereld.

10. Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem geworden, en de wereld heeft Hem niet gekend.

11. Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen.

12. Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven;

13. die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn.

14. Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.

15. Johannes heeft van Hem getuigd en heeft geroepen, zeggende: Deze was het, van wie ik zeide: Die na mij komt, is vóór mij geweest, want Hij was eer dan ik.

Lees verder hoofdstuk Johannes 1