Oude Testament

Nieuwe Testament

Jakobus 5:4-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. Zie, het loon, dat door u is ingehouden van de arbeiders, die uw landen hebben gemaaid, schreeuwt, en het geroep van hen, die uw oogst hebben binnengehaald, is doorgedrongen tot de oren van de Here Sebaot.

5. Gij hebt op aarde weelderig geleefd en u te goed gedaan, gij hebt uw hart vetgemest in de slachttijd.

6. Gij hebt de rechtvaardige veroordeeld, ja vermoord; er is geen verweer tegen u.

7. Hebt dus geduld, broeders, tot de komst des Heren! Zie, de landman wacht op de kostelijke vrucht des lands en heeft geduld, totdat de vroege en late regen erop gevallen is.

8. Oefent ook gij geduld, sterkt uw harten, want de komst des Heren is nabij.

9. Broeders, zucht niet tegen elkander, opdat gij niet onder het oordeel valt; zie, de Rechter staat voor de deur.

Lees verder hoofdstuk Jakobus 5