Oude Testament

Nieuwe Testament

Jakobus 4:13-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. Welaan dan, gij, die zegt: Vandaag of morgen gaan wij op reis naar die en die stad, wij zullen er een jaar doorbrengen, zaken doen en winst maken;

14. gij, die niet (eens) weet, hoe morgen uw leven zijn zal! Want gij zijt een damp, die voor een korte tijd verschijnt en daarna verdwijnt;

15. in plaats van te zeggen: Indien de Here wil, zullen wij leven en dit of dat doen.

16. Maar nu roemt gij in uw grootspraak; al zulk roemen is verkeerd.

Lees verder hoofdstuk Jakobus 4