Oude Testament

Nieuwe Testament

Jakobus 4:12-17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Eén is wetgever en rechter, Hij, die de macht heeft om te behouden en te verderven. Maar wie zijt gij, dat gij uw naaste oordeelt?

13. Welaan dan, gij, die zegt: Vandaag of morgen gaan wij op reis naar die en die stad, wij zullen er een jaar doorbrengen, zaken doen en winst maken;

14. gij, die niet (eens) weet, hoe morgen uw leven zijn zal! Want gij zijt een damp, die voor een korte tijd verschijnt en daarna verdwijnt;

15. in plaats van te zeggen: Indien de Here wil, zullen wij leven en dit of dat doen.

16. Maar nu roemt gij in uw grootspraak; al zulk roemen is verkeerd.

17. Als iemand dan weet goed te doen en het niet doet, is het hem tot zonde.

Lees verder hoofdstuk Jakobus 4