Oude Testament

Nieuwe Testament

Hebreeën 10:9-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. (Doch) daarna heeft Hij gezegd: Zie, hier ben Ik om uw wil te doen. Hij heft het eerste op, om het tweede te laten gelden.

10. Krachtens die wil zijn wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus.

11. Voorts staat elke priester dagelijks in zijn dienst om telkens dezelfde offers te brengen, die nimmer de zonden kunnen wegnemen;

12. deze echter is, na één offer voor de zonden te hebben gebracht, voor altijd gezeten aan de rechterhand van God,

13. voorts afwachtende, totdat zijn vijanden gemaakt worden tot een voetbank voor zijn voeten.

14. Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden.

15. En ook de heilige Geest geeft ons daarvan getuigenis,

16. want nadat Hij gezegd had:Dit is het verbond, waarmede Ik Mij aan hen verbinden zal na die dagen,zegt de Here:Ik zal mijn wetten in hun harten leggen,en die ook in hun verstand schrijven,

17. en hun zonden en ongerechtigheden zal Ik niet meer gedenken.

18. Waar dan voor deze dingen vergeving bestaat, is er geen zondoffer meer (nodig).

19. Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus,

20. langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees,

21. en wij een grote priester over het huis Gods hebben,

22. laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water.

23. Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw.

24. En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken.

25. Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.

26. Want indien wij opzettelijk zondigen, nadat wij tot erkentenis der waarheid gekomen zijn, blijft er geen offer voor de zonden meer over,

Lees verder hoofdstuk Hebreeën 10