Oude Testament

Nieuwe Testament

Hebreeën 10:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Want daar de wet slechts een schaduw heeft der toekomstige goederen, niet de gestalte dier dingen zelf, is zij nimmer in staat ieder jaar met dezelfde offeranden, die onafgebroken gebracht worden, degenen, die toetreden, te volmaken.

2. Immers, zou anders het offeren daarvan niet opgehouden zijn, doordat degenen, die de dienst verrichten, na eenmaal gereinigd te zijn, generlei besef van zonden meer hadden?

3. Doch door die offeranden werden ieder jaar de zonden in gedachtenis gebracht;

Lees verder hoofdstuk Hebreeën 10