Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 8:7-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. Want van velen, die onreine geesten hadden, gingen deze onder luid geroep uit en vele verlamden en kreupelen werden genezen;

8. en er kwam grote blijdschap in die stad.

9. En een man, met name Simon, was reeds vóór deze tijd in de stad bezig met toverij, waardoor hij het volk van Samaria verbijsterde, en hij beweerde van zichzelf, dat hij iets groots was;

10. en allen, van klein tot groot, hielden zich aan hem en zeiden: Deze is wat genoemd wordt de grote kracht Gods.

11. En zij hielden zich aan hem, omdat hij reeds lange tijd hen door toverijen verbijsterd had.

12. Toen zij echter geloof schonken aan Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus predikte, lieten zij zich dopen, zowel mannen als vrouwen.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 8