Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 7:17-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

17. Doch naarmate de tijd der belofte, waarmede God Zich aan Abraham verbonden had, naderde, vermeerderde het volk en vermenigvuldigde zich in Egypte,

18. totdat er over Egypte een andere koning aan het bewind kwam, die Jozef niet gekend had.

19. Deze nam list te baat tegenover ons geslacht en handelde slecht met de vaderen, en liet hen hun zuigelingen te vondeling leggen, opdat het volk zich niet zou voortplanten.

20. Te dien tijde werd Mozes geboren en hij was schoon voor God; drie maanden werd hij opgevoed in zijns vaders huis.

21. En toen hij te vondeling was gelegd, nam de dochter van Farao hem aan en liet hem als haar eigen zoon opvoeden.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 7