Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 4:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. En terwijl zij tot het volk spraken, overvielen hen de priesters, de hoofdman van de tempel en de Sadduceeën,

2. zeer verontwaardigd, omdat zij het volk leerden en in Jezus de opstanding uit de doden verkondigden;

3. en zij sloegen de handen aan hen en stelden hen in bewaring tot de volgende dag, want het was reeds avond.

4. Maar velen van hen, die het woord gehoord hadden, werden gelovig, en het getal der mannen werd ongeveer vijfduizend.

5. En het geschiedde tegen de volgende dag, dat hun oversten en hun oudsten en hun schriftgeleerden bijeenkwamen te Jeruzalem,

6. en Annas, de hogepriester, en Kajafas, Johannes, Alexander en allen, die tot het hogepriesterlijk geslacht behoorden;

7. en toen zij hen hadden laten voorkomen, wilden zij van hen weten: Door welke kracht of door welke naam hebt gij dit gedaan?

Lees verder hoofdstuk Handelingen 4