Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 27:17-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

17. nadat ze haar opgehesen hadden, namen zij hulpmiddelen te baat door het schip te ondergorden; en daar zij bang waren op de Syrte te worden geworpen, haalden zij het tuig neer en lieten zich zo drijven.

18. En daar wij vreselijk noodweer hadden, wierpen zij de volgende dag lading over boord,

19. en de derde dag gaven zij eigenhandig het scheepstuig prijs.

20. En toen zich verscheidene dagen zon noch sterren vertoonden, en zwaar noodweer ons bedreigde, werd ons tenslotte alle hoop op redding benomen.

21. En nadat zij lang zonder eten waren gebleven, ging Paulus in hun midden staan en zeide: Mannen, had men maar naar mij geluisterd om niet van Kreta weg te varen en zich dit ongerief en deze averij te besparen!

22. Maar ook nu wek ik u op moed te houden, want het leven van niemand uwer zal verloren gaan, alleen maar het schip.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 27