Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 26:11-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. En in alle synagogen trachtte ik hen dikwijls door toepassing van straffen tot lastering te dwingen en in tomeloze woede tegen hen heb ik hen vervolgd, tot zelfs in de buitenlandse steden.

12. En toen ik onder die omstandigheden naar Damascus reisde met volmacht en opdracht der overpriesters,

13. zag ik, o koning, midden op de dag onderweg een licht, schitterender dan de glans der zon, van de hemel mij en hen, die met mij reisden, omstralen;

14. en toen wij allen ter aarde vielen, hoorde ik een stem tot mij spreken in de Hebreeuwse taal: Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij? Het valt u zwaar tegen de prikkels achteruit te slaan.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 26