Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 21:9-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. Deze had vier ongehuwde dochters, die profetessen waren.

10. En toen wij daar verscheidene dagen bleven, kwam uit Judea een zeker profeet, genaamd Agabus.

11. Toen deze bij ons gekomen was, nam hij de gordel van Paulus, en zich voeten en handen bindende, zeide hij: Dit zegt de heilige Geest: De man, van wie deze gordel is, zullen de Joden te Jeruzalem zo binden en uitleveren in de handen der heidenen.

12. Toen wij dit hoorden, verzochten zowel wij als de broeders daar ter plaatse hem, niet op te gaan naar Jeruzalem.

13. Toen antwoordde Paulus: Wat doet gij, dat gij weent en mijn hart week maakt? Want ik voor mij ben bereid, niet alleen gebonden te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor de naam van de Here Jezus.

14. En toen hij niet te overreden was, hielden wij ons stil en zeiden: De wil des Heren geschiede.

15. En na die dagen maakten wij ons reisvaardig en gingen op naar Jeruzalem;

Lees verder hoofdstuk Handelingen 21