Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 21:12-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Toen wij dit hoorden, verzochten zowel wij als de broeders daar ter plaatse hem, niet op te gaan naar Jeruzalem.

13. Toen antwoordde Paulus: Wat doet gij, dat gij weent en mijn hart week maakt? Want ik voor mij ben bereid, niet alleen gebonden te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor de naam van de Here Jezus.

14. En toen hij niet te overreden was, hielden wij ons stil en zeiden: De wil des Heren geschiede.

15. En na die dagen maakten wij ons reisvaardig en gingen op naar Jeruzalem;

Lees verder hoofdstuk Handelingen 21