Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 14:21-28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

21. En toen zij aan die stad het evangelie verkondigd en er verscheidene discipelen gemaakt hadden, keerden zij terug naar Lystra, Ikonium en Antiochië,

22. om de zielen der discipelen te versterken en hen te vermanen om te blijven bij het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen het Koninkrijk Gods moeten binnengaan.

23. En nadat zij voor hen in elke gemeente oudsten hadden aangewezen, droegen zij hen onder bidden en vasten de Here op, in wie zij geloofd hadden.

24. En na een tocht door Pisidië kwamen zij in Pamfylië;

25. en zij spraken het woord te Perge en trokken naar Attalia;

26. en vandaar voeren zij naar Antiochië, waar zij aan de genade Gods waren opgedragen voor het werk, dat zij volbracht hadden.

27. En daar aangekomen, riepen zij de gemeente bijeen en gaven verslag van al wat God met hen gedaan had, en dat Hij ook voor de heidenen een deur des geloofs had geopend.

28. En zij vertoefden daar geruime tijd met de discipelen.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 14