Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 14:2-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. Maar de Joden, die hun geen gehoor gaven, prikkelden en verbitterden de zielen der heidenen tegen de broeders.

3. Zij verkeerden daar dan geruime tijd, vrijmoedig sprekende in vertrouwen op de Here, die getuigenis gaf aan het woord zijner genade en tekenen en wonderen door hun handen deed geschieden.

4. Maar er ontstond verdeeldheid onder het volk in de stad: sommigen waren voor de Joden, anderen voor de apostelen.

5. En toen er een oploop kwam, zowel van heidenen als van Joden met hun oversten, om hen te mishandelen en te stenigen,

6. namen zij, de toestand overzien hebbende, de wijk naar de steden van Lykaonië, Lystra en Derbe en omgeving,

Lees verder hoofdstuk Handelingen 14