Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 13:35-39 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

35. en daarom zegt Hij ook in een andere psalm: Gij zult uw Heilige geen ontbinding doen zien.

36. Want David is, na voor zijn geslacht de raad Gods gediend te hebben, ontslapen en bij zijn vaderen bijgezet, en hij heeft wèl ontbinding gezien;

37. maar Hij, die God heeft opgewekt, heeft geen ontbinding gezien.

38. Zo zij u dan bekend, mannen broeders, dat door Hem u vergeving van zonden verkondigd wordt;

39. ook van alles, waarvan gij niet gerechtvaardigd kondt worden door de wet van Mozes, wordt ieder, die gelooft, gerechtvaardigd door Hem.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 13