Oude Testament

Nieuwe Testament

Handelingen 11:9-24 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. Doch ten tweeden male antwoordde mij een stem uit de hemel: Wat God rein verklaard heeft, moogt gij niet voor onheilig houden.

10. En dit geschiedde tot driemaal toe; en alles werd weer opgetrokken in de hemel.

11. En zie, terstond daarop bleven drie mannen voor het huis staan, waarin wij waren, die uit Caesarea tot mij waren gezonden.

12. En de Geest zeide tot mij, dat ik met hen moest medegaan zonder bezwaar te maken. En met mij gingen ook deze zes broeders, en wij zijn het huis van die man binnengegaan;

13. en hij heeft ons medegedeeld, hoe hij een engel in zijn huis had zien staan, die tot hem zeide: Zend iemand naar Joppe en nodig Simon uit, die bijgenaamd wordt Petrus;

14. deze zal woorden tot u spreken, waardoor gij en uw gehele huis behouden zult worden.

15. En toen ik begonnen was te spreken, viel de heilige Geest op hen, evenals in het begin ook op ons.

16. En ik herinnerde mij het woord des Heren, hoe Hij zeide: Johannes doopte wel met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden.

17. Indien nu God hun op volkomen gelijke wijze als ons de gave heeft gegeven op het geloof in de Here Jezus Christus, hoe zou ik dan bij machte geweest zijn God tegen te houden?

18. En toen zij dit gehoord hadden, kwamen zij tot rust en verheerlijkten God, zeggende: Zo heeft dan God ook de heidenen de bekering ten leven geschonken.

19. Zij dan, die verstrooid werden door de verdrukking, welke in verband met Stefanus plaats vond, trokken verder tot Fenicië, Cyprus en Antiochië toe, zonder tot iemand het woord te spreken dan alleen tot de Joden.

20. Doch er waren onder hen enige Cyprische en Cyreense mannen, die, te Antiochië gekomen, ook tot de Grieken spraken en hun de Here Jezus predikten.

21. En de hand des Heren was met hen, en een groot aantal kwam tot het geloof en bekeerde zich tot de Here.

22. En het bericht daarvan kwam de gemeente van Jeruzalem ter ore en zij vaardigden Barnabas af naar Antiochië.

23. Toen deze aankwam en de genade Gods zag, verheugde hij zich en wekte allen op om naar het voornemen van hun hart de Here trouw te blijven;

24. want hij was een goed man, vol van de heilige Geest en van geloof. En een brede schare werd de Here toegevoegd.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 11