Oude Testament

Nieuwe Testament

Galaten 5:19-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid,

20. afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen,

21. nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven.

22. Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.

23. Tegen zodanige mensen is de wet niet.

24. Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.

25. Indien wij door de Geest leven, laten wij ook door de Geest het spoor houden.

26. Wij moeten niet praalziek zijn, elkander tartend, elkander benijdend.

Lees verder hoofdstuk Galaten 5