Oude Testament

Nieuwe Testament

Galaten 5:1-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen.

2. Zie, ik, Paulus, zeg u: indien gij u laat besnijden, zal Christus u geen nut doen.

3. Nogmaals betuig ik aan ieder, die zich laat besnijden, dat hij verplicht is de gehele wet na te komen.

4. Gij zijt los van Christus, als gij door de wet gerechtigheid verwacht; buiten de genade staat gij.

5. Wij immers verwachten door de Geest uit het geloof de gerechtigheid, waarop wij hopen.

6. Want in Christus Jezus vermag noch besnijdenis iets, noch onbesneden zijn, maar geloof, door liefde werkende.

7. Gij liept goed. Wie is u in de weg gekomen, dat gij aan de waarheid niet meer gehoorzaamt?

8. Die overreding kwam niet van Hem, die u roept.

Lees verder hoofdstuk Galaten 5