Oude Testament

Nieuwe Testament

Galaten 3:8-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. En de Schrift, die tevoren zag, dat God de heidenen uit geloof rechtvaardigt, heeft tevoren aan Abraham het evangelie verkondigd: In u zullen alle volken gezegend worden.

9. Zij, die uit het geloof zijn, worden dus gezegend tezamen met de gelovige Abraham.

10. Want allen, die het van werken der wet verwachten, liggen onder de vloek; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.

11. En dat door de wet niemand voor God gerechtvaardigd wordt, is duidelijk; immers, de rechtvaardige zal uit geloof leven.

12. Doch bij de wet gaat het niet om geloof, maar: wie dat doet, zal daardoor leven.

13. Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt.

14. Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof.

Lees verder hoofdstuk Galaten 3