Oude Testament

Nieuwe Testament

Galaten 3:6-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. Op dezelfde wijze heeft ook Abraham God geloofd en het is hem tot gerechtigheid gerekend.

7. Gij bemerkt dus, dat zij, die uit het geloof zijn, kinderen van Abraham zijn.

8. En de Schrift, die tevoren zag, dat God de heidenen uit geloof rechtvaardigt, heeft tevoren aan Abraham het evangelie verkondigd: In u zullen alle volken gezegend worden.

9. Zij, die uit het geloof zijn, worden dus gezegend tezamen met de gelovige Abraham.

10. Want allen, die het van werken der wet verwachten, liggen onder de vloek; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.

11. En dat door de wet niemand voor God gerechtvaardigd wordt, is duidelijk; immers, de rechtvaardige zal uit geloof leven.

Lees verder hoofdstuk Galaten 3