Oude Testament

Nieuwe Testament

Efeziërs 5:13-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. maar als dat alles door het licht ontmaskerd wordt, komt het aan de dag; want al wat aan de dag komt is licht.

14. Daarom heet het:Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten.

15. Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen,

16. u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad.

17. Weest daarom niet onverstandig, maar tracht te verstaan, wat de wil des Heren is.

18. En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest,

19. en spreekt onder elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubelt de Here van harte,

20. dankt te allen tijde in de naam van onze Here Jezus Christus God, de Vader, voor alles,

21. en weest elkander onderdanig in de vreze van Christus.

22. Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here,

23. want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner gemeente; Hij is het, die zijn lichaam in stand houdt.

24. Welnu, gelijk de gemeente onderdanig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man, in alles.

25. Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft,

26. om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord,

27. en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zó dat zij heilig is en onbesmet.

Lees verder hoofdstuk Efeziërs 5