Oude Testament

Nieuwe Testament

Efeziërs 4:28-30 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

28. Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne zich liever in om met zijn handen goed werk te verrichten, opdat hij iets kan mededelen aan de behoeftige.

29. Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen.

30. En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing.

Lees verder hoofdstuk Efeziërs 4