Oude Testament

Nieuwe Testament

3 Johannes 1:10-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. Daarom zal ik, als ik kom, herinneren aan zijn werken, die hij doet, daar hij met boze woorden tegen ons zwetst; en hiermede nog niet voldaan, ontvangt hij zelf de broeders niet en weerhoudt ook hen, die het wel willen doen, en hij werpt hen uit de gemeente.

11. Geliefde, volg het kwade niet na, maar het goede. Wie goed doet, is uit God, (maar) wie kwaad doet, heeft God niet gezien.

12. Van Demetrius is een goed getuigenis gegeven door allen en door de waarheid zelf; en ook wij geven een goed getuigenis en gij weet, dat ons getuigenis waar is.

13. Ik had veel aan u te schrijven, doch ik wil u niet schrijven met inkt en pen;

14. maar ik hoop u spoedig te zien; dan zullen wij van mond tot mond spreken.

15. Vrede zij u! De vrienden groeten u. Groet de vrienden bij name.

Lees verder hoofdstuk 3 Johannes 1