Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Timoteüs 2:11-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. Het woord is betrouwbaar: immers, indien wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven;

12. indien wij volharden, zullen wij ook met Hem als koningen heersen; indien wij Hem zullen verloochenen, zal ook Hij ons verloochenen;

13. indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw, want Zichzelf verloochenen kan Hij niet.

14. Blijf dit in herinnering brengen en betuig in de tegenwoordigheid van God, dat men geen woordenstrijd moet voeren, die tot niets nut is, (ja) verderf brengt aan wie ernaar horen.

15. Maak er ernst mede u wèl beproefd ten dienste van God te stellen, als een arbeider, die zich niet behoeft te schamen, doch rechte voren trekt bij het brengen van het woord der waarheid.

16. Maar vermijd de onheilige, holle klanken; want zij zullen de goddeloosheid nog verder drijven,

17. en hun woord zal voortwoekeren als de kanker. Tot hen behoren Hymeneüs en Filetus,

18. die uit het spoor der waarheid geraakt zijn met hun bewering, dat de opstanding reeds heeft plaatsgehad, waardoor zij het geloof van sommigen afbreken.

Lees verder hoofdstuk 2 Timoteüs 2