Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Korinthiërs 8:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Wij maken u de genade Gods bekend, broeders, die aan de gemeenten van Macedonië geschonken is.

2. Want, doordat zij beproefd zijn gebleken in veel verdrukking, hebben hun overvloedige blijdschap en diepe armoede nog overvloedig de rijkdom van hun mildheid bevorderd;

3. want (zij deden), dat getuig ik, wat zij konden, ja meer dan dat,

4. en zij vroegen, met alle aandrang, uit eigen beweging van ons de gunst, deel te mogen nemen aan het dienstbetoon voor de heiligen,

Lees verder hoofdstuk 2 Korinthiërs 8