Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Korinthiërs 3:9-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. Want indien de bediening, die veroordeling brengt, heerlijkheid was, veel meer is de bediening, die rechtvaardigheid brengt, overvloedig in heerlijkheid.

10. Immers, zelfs hetgeen verheerlijkt was, is in zoverre niet verheerlijkt, als déze heerlijkheid het te boven gaat.

11. Want als het verdwijnende met heerlijkheid gepaard ging, veel meer is dan het blijvende in heerlijkheid.

12. Nu wij zulk een verwachting hebben, treden wij met volle vrijmoedigheid op,

13. geheel anders dan Mozes, die een bedekking voor zijn gelaat deed, opdat de kinderen Israëls geen blik zouden slaan op het einde van hetgeen moest verdwijnen.

Lees verder hoofdstuk 2 Korinthiërs 3