Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Timoteüs 6:14-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. dat gij dit gebod onbevlekt en onberispelijk handhaaft tot de verschijning van onze Here Jezus Christus,

15. welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren,

16. die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan. Hem zij eer en eeuwige kracht! Amen.

17. Hun, die rijk zijn in de tegenwoordige wereld, moet gij bevelen niet hooghartig te zijn, en hun hoop gevestigd te houden niet op onzekere rijkdom, doch op God, die ons alles rijkelijk ten gebruike geeft,

18. om wèl te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig en mededeelzaam,

19. waardoor zij zich een vaste grondslag voor de toekomst verzekeren om het ware leven te grijpen.

20. O Timoteüs, bewaar wat u is toevertrouwd, houd u buiten het bereik van de onheilige, holle klanken en de tegenstellingen der ten onrechte zo genoemde kennis.

Lees verder hoofdstuk 1 Timoteüs 6