Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Timoteüs 3:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Dit is een betrouwbaar woord: indien iemand staat naar het opzienersambt, dan begeert hij een voortreffelijke taak.

2. Een opziener dan moet zijn onbesproken, de man van één vrouw, nuchter, bezadigd, beschaafd, gastvrij, bekwaam om te onderwijzen,

3. niet aan de wijn verslaafd, niet opvliegend, maar vriendelijk, niet strijdlustig of geldzuchtig,

Lees verder hoofdstuk 1 Timoteüs 3