Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Tessalonicenzen 5:14-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. Wij vermanen u, broeders, wijst de ongeregelden terecht, beurt de kleinmoedigen op, komt op voor de zwakken, hebt geduld met allen.

15. Ziet toe, dat niemand kwaad met kwaad vergelde, maar jaagt te allen tijde het goede na, jegens elkander en jegens allen.

16. Verblijdt u te allen tijde,

17. bidt zonder ophouden,

18. dankt onder alles, want dat is de wil Gods in Christus Jezus ten opzichte van u.

19. Dooft de Geest niet uit,

20. veracht de profetieën niet,

21. maar toetst alles en behoudt het goede.

22. Onthoudt u van alle soort van kwaad.

Lees verder hoofdstuk 1 Tessalonicenzen 5