Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Petrus 1:8-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Hem hebt gij lief, zonder Hem gezien te hebben; in Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien, en gij verheugt u met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde,

9. daar gij het einddoel des geloofs bereikt, dat is de zaligheid der zielen.

10. Naar deze zaligheid hebben gezocht en gevorst de profeten, die van de voor u bestemde genade geprofeteerd hebben,

11. terwijl zij naspeurden, op welke of hoedanige tijd de Geest van Christus in hen doelde, toen Hij vooraf getuigenis gaf van al het lijden, dat over Christus zou komen, en van al de heerlijkheid daarna.

12. Hun werd geopenbaard, dat zij niet zichzelf, maar u dienden met die dingen, welke u thans verkondigd zijn bij monde van hen, die door de heilige Geest, die van de hemel gezonden is, u het evangelie hebben gebracht, in welke dingen zelfs engelen begeren een blik te slaan.

13. Omgordt dus de lendenen van uw verstand, weest nuchter, en vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus.

14. Voegt u, als gehoorzame kinderen, niet naar de begeerten uit de tijd uwer onwetendheid,

15. maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel;

16. er staat immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben heilig.

17. En indien gij Hem als Vader aanroept, die zonder aanzien des persoons naar ieders werk oordeelt, wandelt dan in vreze de tijd uwer vreemdelingschap,

18. wetende, dat gij niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, zijt vrijgekocht van uw ijdele wandel, die (u) van de vaderen overgeleverd is,

19. maar met het kostbare bloed van Christus, als van een onberispelijk en vlekkeloos lam.

20. Hij was van tevoren gekend, vóór de grondlegging der wereld, doch is bij het einde der tijden geopenbaard ter wille van u,

21. die door Hem gelooft in God, die Hem opgewekt heeft uit de doden en Hem heerlijkheid gegeven heeft, zodat uw geloof tevens hoop is op God.

22. Nu gij uw zielen door gehoorzaamheid aan de waarheid gereinigd hebt tot ongeveinsde broederliefde, hebt dan elkander van harte en bestendig lief,

23. als wedergeborenen niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God.

24. Want:Alle vlees is als grasen al zijn heerlijkheid als een bloem in het gras;het gras verdorten de bloem valt af,

25. maar het woord des Heren blijft in der eeuwigheid.Dit nu is het woord, dat u als evangelie verkondigd is.

Lees verder hoofdstuk 1 Petrus 1