13. Omgordt dus de lendenen van uw verstand, weest nuchter, en vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus.
14. Voegt u, als gehoorzame kinderen, niet naar de begeerten uit de tijd uwer onwetendheid,
15. maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel;
16. er staat immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben heilig.