Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Korinthiërs 6:8-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Maar zelf doet gij onrecht en doet gij te kort, en dat aan broeders.

9. Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen?

10. Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of oplichters, zullen het Koninkrijk Gods niet beërven.

11. En sommigen uwer zijn dat geweest. Maar gij hebt u laten afwassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd door de naam van de Here Jezus Christus en door de Geest van onze God.

Lees verder hoofdstuk 1 Korinthiërs 6