Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Korinthiërs 3:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. En ik, broeders, kon niet tot u spreken als tot geestelijke mensen, maar slechts als tot vleselijke, nog onmondigen in Christus.

2. Melk heb ik u gegeven, geen vast voedsel, want dat kondt gij nog niet verdragen. Ja, dat kunt gij ook nu [nog] niet,

3. want gij zijt nog vleselijk. Want als er onder u nijd en twist is, zijt gij dan niet vleselijk, en leeft gij niet als (onveranderde) mensen?

Lees verder hoofdstuk 1 Korinthiërs 3