Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Korinthiërs 16:10-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. Wanneer Timoteüs komt, zorgt er dan voor, dat hij bij u niet afgeschrikt wordt, want hij doet het werk des Heren evenals ik;

11. laat niemand hem dan geringschatten. Maar helpt hem voort in vrede, opdat hij tot mij komen kan, want ik wacht op hem met de broeders.

12. En wat broeder Apollos aangaat, hem heb ik herhaaldelijk verzocht met de broeders tot u te gaan, doch hij wenste bepaald niet nu te gaan, maar hij zal gaan, zodra het hem gelegen komt.

13. Blijft waakzaam, staat in het geloof, weest manlijk, weest sterk!

14. Laat alles bij u in liefde toegaan.

15. Nog een verzoek, broeders: gij weet van het huis van Stefanas, dat het een eersteling van Achaje is en dat zij zich ten dienste van de heiligen gesteld hebben.

16. Stelt u dan ook onder zulke mensen, en onder ieder, die medewerkt en arbeidt.

17. Ik verblijd mij over de komst van Stefanas, Fortunatus en Achaïkus, want hetgeen van uw kant nog ontbrak, hebben dezen aangevuld;

18. want zij hebben mijn geest en de uwe verkwikt. Erkent dan zulke mensen.

Lees verder hoofdstuk 1 Korinthiërs 16