Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Korinthiërs 15:38-42 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

38. Maar God geeft er een lichaam aan, gelijk Hij dat gewild heeft, en wel aan elk zaad zijn eigen lichaam.

39. Alle vlees is niet hetzelfde, maar dat van mensen is anders dan dat van beesten, en het vlees van vogels weer anders dan dat van vissen.

40. Er zijn hemelse en aardse lichamen, maar de glans der hemelse is anders dan die der aardse.

41. De glans der zon is anders dan die der maan en der sterren, want de ene ster verschilt van de andere in glans.

42. Zo is het ook met de opstanding der doden. Er wordt gezaaid in vergankelijkheid, en opgewekt in onvergankelijkheid;

Lees verder hoofdstuk 1 Korinthiërs 15