Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Korinthiërs 14:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Jaagt de liefde na en streeft naar de gaven des Geestes, doch vooral naar het profeteren.

2. Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen.

3. Maar wie profeteert, spreekt voor de mensen stichtend, vermanend en bemoedigend.

4. Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf, maar wie profeteert, sticht de gemeente.

5. Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraakt, maar liever nog, dat gij profeteerdet. Wie profeteert, is meer dan wie in tongen spreekt, tenzij hij het ook uitlegt, zodat de gemeente stichting ontvangt.

6. En nu, broeders, als ik tot u kom en spreek in tongen, wat nut zal ik u brengen, als ik mij niet tot u richt, of met een openbaring, of met kennis, of met profetie, of met onderricht?

Lees verder hoofdstuk 1 Korinthiërs 14