Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Korinthiërs 10:25-29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

25. Al wat in de vleeshal te koop is, moogt gij eten, zonder navraag te doen uit gewetensbezwaar,

26. want de aarde en haar volheid is des Heren.

27. Indien een der ongelovigen u uitnodigt en gij wenst te gaan, eet dan alles, wat u wordt voorgezet, zonder dat gij navraag doet uit gewetensbezwaar.

28. Doch indien iemand tot u zegt: Dat is gewijd vlees, eet het dan niet, om hem, die u dat te kennen gaf, èn om het geweten.

29. Ik bedoel nu niet uw eigen geweten, maar dat van die ander. Want waartoe zou mijn vrijheid beoordeeld worden door eens anders geweten?

Lees verder hoofdstuk 1 Korinthiërs 10