Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 8:8-25 Het Boek (HTB)

8. Uit alles wat ik zeg, spreekt oprechtheid en niets gemeens of verkeerds.

9. Het is overduidelijk voor verstandige mensen en mensen die inzicht hebben, zullen mij goed begrijpen.

10. Mijn lessen geven u meer dan zilver, deze kennis is kostbaarder dan puur goud.

11. Edelstenen vallen in het niet bij de wijsheid, zelfs uw stoutste dromen vallen daarbij in het niet.

12. Ik, de wijsheid, ga gepaard met een helder verstand en ik maak mij kennis en bedachtzaamheid eigen.

13. Eerbiedig ontzag voor de Here houdt in dat u het kwaad, de trots, de hoogmoed, de goddeloosheid en leugens haat.

14. Raad en blijvende wijsheid zijn het mijne, ik ben het verstand en bezit alle kracht.

15. Door mij regeren koningen en en bepalen bestuurders wat rechtvaardig is.

16. Door mij heersen de heersers, de edelen en alle rechters op aarde.

17. Ik heb lief wie mij liefhebben en wie mij ijverig zoeken, zullen mij ook vinden.

18. Ik ga samen met rijkdom en aanzien, duurzaam bezit en gerechtigheid.

19. Wat ik voortbreng, is beter dan zuiver goud, dan het allerpuurste goud en wat ik opbreng, is beter dan het zuiverste zilver.

20. Ik laat iemand wandelen op de weg van de gerechtigheid, midden op de goede wegen.

21. Zij die mij liefhebben, erven een onvervreemdbaar bezit en ik vul hun schatkamers.

22. Ik was het bezit van de Here, toen Hij begon te werken, vanaf het prilste begin.

23. Ik ben gemaakt in het begin van de tijd, ik was er al voor de aarde bestond.

24. Ik was er al vóór de diepe wateren er waren, de bronnen, met hun overvloed aan water.

25. Voordat de bergen werden neergezet en heuvels zich verhieven, ben ik geboren.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 8