Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 8:27-36 Het Boek (HTB)

27. Maar toen Hij de hemelen schiep, was ik erbij en ook toen Hij de diepe wateren maakte.

28. Toen Hij de wolken hun plaats gaf en de diepe waterbronnen aan banden legde.

29. Toen Hij de zee inperkte, zodat de wateren Hem gehoorzaamden, en Hij de aarde grondvestte.

30. Ik was als een zuigeling bij Hem, dag in, dag uit spelend onder zijn oog.

31. Spelend in zijn wereld, op zijn aarde, mijn vreugde delend met de mensenkinderen.

32. Nu dan, kinderen, luister naar mij! Want gelukkig zijn zij die doen wat ik voorschrijf.

33. Luister naar mijn lessen en word wijs, onttrek u niet aan mijn onderwijs.

34. Gelukkig is hij die naar mij luistert, die voortdurend in mijn buurt is en mij niet uit het oog wil verliezen.

35. Want wie mij vindt, vindt het leven en oogst de goedkeuring van de Here.

36. Maar wie tegen mij zondigt, brengt schade toe aan zijn ziel, allen die God en zijn wijsheid haten, hebben de dood lief.’

Lees verder hoofdstuk Spreuken 8