Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 8:1-15 Het Boek (HTB)

1. Hoor je de wijsheid niet roepen en klinkt de stem van het verstand niet overal?

2. Vanaf verhogingen, langs de wegen en op kruisingen, waar zij staat,

3. bij de poort, aan de ingang van de stad, en aan elke deur roept zij:

4. ‘Ik roep u, mannen, en richt mij tot alle mensenkinderen.

5. Kom tot bezinning, onverstandigen, stel uw hart open, onwijzen!

6. Luister, ik heb een belangrijke boodschap voor u, ik spreek over eerlijke zaken.

7. Mijn mond spreekt alleen maar waarheid, ik verafschuw leugens.

8. Uit alles wat ik zeg, spreekt oprechtheid en niets gemeens of verkeerds.

9. Het is overduidelijk voor verstandige mensen en mensen die inzicht hebben, zullen mij goed begrijpen.

10. Mijn lessen geven u meer dan zilver, deze kennis is kostbaarder dan puur goud.

11. Edelstenen vallen in het niet bij de wijsheid, zelfs uw stoutste dromen vallen daarbij in het niet.

12. Ik, de wijsheid, ga gepaard met een helder verstand en ik maak mij kennis en bedachtzaamheid eigen.

13. Eerbiedig ontzag voor de Here houdt in dat u het kwaad, de trots, de hoogmoed, de goddeloosheid en leugens haat.

14. Raad en blijvende wijsheid zijn het mijne, ik ben het verstand en bezit alle kracht.

15. Door mij regeren koningen en en bepalen bestuurders wat rechtvaardig is.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 8