Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 6:6-21 Het Boek (HTB)

6. Neem een voorbeeld aan de mieren, luiaard! Kijk eens naar hun nijvere arbeid en word wijs.

7. Want ook al hebben mieren dan geen leider,

8. toch leggen zij 's zomers voedselvoorraden aan en verzamelen zij hun eten in de oogsttijd.

9. Hoelang blijf je nog op je rug liggen, luiaard? Wanneer word je eindelijk eens wakker?

10. Nog even slapen, nog even soezen, nog even lekker liggen,

11. maar dan komt de armoede over je en maar al te snel zul je gebrek lijden.

12. Een nietsnut en dwarsligger kun je gemakkelijk herkennen, je hoeft hem alleen maar aan te horen.

13. Let maar op hoe hij kijkt, hoe hij met zijn voeten stampt en met zijn vinger wijst.

14. Waar zijn hart vol van is, loopt zijn mond van over. Hij heeft voortdurend kwaad in de zin en zorgt altijd voor onenigheid.

15. Daarom zal hij snel aan zijn einde komen; wat hem treft, is ongeneeslijk.

16. Er zijn veel dingen die de Here haat en zeker zeven waarvan Hij een afkeer heeft:

17. hoogmoed, liegen, moorden,

18. slechte plannen smeden, met plezier kwaad doen,

19. vals getuigen en verdeeldheid zaaien onder broeders.

20. Mijn zoon, houd je vast aan de geboden die je vader je gaf, aan de wet waarnaar je moeder leefde.

21. Berg ze diep in je hart en leef ernaar, zodat ze je zullen sieren.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 6