Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 5:10-22 Het Boek (HTB)

10. Geef vreemden niet de kans om op jouw zak te teren en je zuurverdiende geld erdoor te jagen.

11. Zodat je het ten slotte, wanneer je lichamelijk en geestelijk aan het eind bent,

12. niet uitschreeuwt: ‘Waarom haatte ik die wijze lessen?

13. Waarom luisterde ik niet naar vermaning en vergat wat mijn leermeesters mij leerden?

14. Ik had mij bijna diep schuldig gemaakt voor ieders ogen.’

15. Drink water uit je eigen voorraadvat, helder vocht uit je eigen bron.

16. Laten je fonteinen niet naar buiten spuiten, noch je waterstromen de straten overspoelen.

17. Laat ze alleen van jou zijn en deel ze niet met een vreemde.

18. Je waterbron zal gezegend zijn en wees blij en tevreden met je jonge vrouw.

19. Zij is lieflijk en charmant. Laten haar borsten je steeds weer het hoofd op hol brengen en laat je overspoelen door haar liefde.

20. Mijn zoon, waarom zou je het bij een vreemde zoeken en liefde bedrijven met een onbekende?

21. Want de Here ontgaat niets en zijn ogen volgen iedereen, waar hij ook gaat.

22. De goddeloze zal in zijn eigen kwaad verstrikt raken, zijn zonden zullen hem als boeien omknellen.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 5