Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 31:5-18 Het Boek (HTB)

5. want als de koning te veel drinkt, loopt hij gevaar de rechtvaardigheid uit het oog te verliezen, wat de onderdrukten kan benadelen.

6. Geef sterke drank maar aan iemand die in de put zit, wijn aan iemand die erg verdrietig is,

7. want wanneer zij drinken, vergeten zij hun armoede en zorgen.

8. Kies de kant van de onmondigen, van hen die buiten hun schuld gevaar lopen.

9. Spreek en vel een rechtvaardig vonnis, geef de onderdrukten en noodlijdenden hun recht.

10. Wie is zo gelukkig een goede vrouw te vinden? Zij is immers veel meer waard dan de duurste edelstenen?

11. Haar man vertrouwt volledig op haar en het zal hem aan niets ontbreken.

12. Zij benadeelt hem nooit, doet haar hele leven goed.

13. Ze zoekt wol en vlas, die ze met rappe handen verwerkt.

14. Zoals een koopman zijn handelsschepen uitzendt, zorgt zij dat zij over al het nodige beschikt, ook al moet dat van ver komen.

15. In de vroege morgen, wanneer het nog donker is, staat zij op en zorgt dat haar gezin en het personeel kunnen eten.

16. Als zij haar zinnen heeft gezet op een bepaalde akker, krijgt zij hem ook, met wat zij verdient plant ze een wijngaard.

17. Vlijtig gaat zij aan het werk, zij is met opgestroopte mouwen aan de slag.

18. Zij merkt dat haar werk vruchten afwerpt en het is dan ook vaak nacht voordat zij gaat slapen.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 31