Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 31:13-18 Het Boek (HTB)

13. Ze zoekt wol en vlas, die ze met rappe handen verwerkt.

14. Zoals een koopman zijn handelsschepen uitzendt, zorgt zij dat zij over al het nodige beschikt, ook al moet dat van ver komen.

15. In de vroege morgen, wanneer het nog donker is, staat zij op en zorgt dat haar gezin en het personeel kunnen eten.

16. Als zij haar zinnen heeft gezet op een bepaalde akker, krijgt zij hem ook, met wat zij verdient plant ze een wijngaard.

17. Vlijtig gaat zij aan het werk, zij is met opgestroopte mouwen aan de slag.

18. Zij merkt dat haar werk vruchten afwerpt en het is dan ook vaak nacht voordat zij gaat slapen.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 31