Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 3:21-31 Het Boek (HTB)

21. Mijn zoon, verlies de wijsheid niet uit het oog! Houd haar vast en toon bedachtzaamheid bij alles wat je doet.

22. Dat geeft leven aan je ziel en siert je in ieders ogen.

23. Dat geeft je zicht op je levensweg, zodat je niet hoeft te struikelen.

24. Als je gaat liggen, zal niets of niemand je doen schrikken, je kunt gaan liggen en rustig slapen.

25. Wees niet bang voor plotselinge schrik, laat je niet van de wijs brengen door de ondergang van de goddelozen.

26. Want de Here zal een betrouwbaar helper blijken te zijn. Hij zal niet toestaan dat je iets overkomt.

27. Geef, als je kunt, ieder wat hem toekomt.

28. Zeg niet tegen je naaste: ‘Kom morgen maar terug,’ als je hem het gevraagde ook direct kunt geven.

29. En beraam geen kwade plannen tegen iemand die volledig op jou vertrouwt.

30. Bind niet zonder reden de strijd aan met iemand die je niets in de weg heeft gelegd.

31. Wees niet jaloers op iemand die met ellebogenwerk in deze maatschappij vooruitkomt. Dat mag geen voorbeeld voor je zijn.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 3