Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 29:11-16 Het Boek (HTB)

11. Een dwaas schreeuwt van woede, een verstandig mens beheerst zich en komt tot rust.

12. Een leider die naar leugens luistert, heeft goddeloze dienaars.

13. De overeenkomst tussen een arm mens en een machthebber is dat beiden van God het licht in de ogen hebben gekregen.

14. Een koning die de rechten van de arme serieus neemt, is zeker van zijn macht.

15. Straf en berisping leiden tot wijsheid, maar een kind dat aan zichzelf wordt overgelaten, wordt een schande voor zijn ouders.

16. Groeit het aantal goddelozen, dan neemt ook de zonde toe, maar de rechtvaardigen zullen hen overleven.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 29