Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 25:1-10 Het Boek (HTB)

1. Hier volgen nog meer spreuken van Salomo. Zij werden opgetekend door de mannen van koning Hizkia van Juda.

2. God ontleent eer aan zaken die Hij verborgen houdt, maar koningen ontlenen eer aan het doorgronden van een zaak.

3. De hoogte van de hemel, de diepte van de aarde en de beweegredenen van koningen zijn voor velen ondoorgrondelijk.

4. Haal het schuim van het zilver af, dan blijft de goede grondstof voor de smelter over.

5. Verwijder de goddeloze uit het bijzijn van de koning, dan zal zijn troon steunen op gerechtigheid.

6. Doe u voor de koning niet beter voor dan u bent, doe niet net alsof u ook een vooraanstaand man bent.

7. Want het is beter dat men tegen u zegt: ‘Kom hier naar boven,’ dan dat men u vernedert waar iedereen bij is.

8. Stort u niet overhaast in geschillen, want mogelijk begaat u dan domheden, wanneer uw naaste u op de vingers tikt.

9. Hebt u een geschil met uw naaste, probeer dat dan eerst onderling bij te leggen en maak niet openbaar wat hij liever voor zich wil houden.

10. Doet u dat wel, dan wijst men u met de vinger na. Een smet die niet snel wordt vergeten.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 25