17. Wie uitsluitend pleziertjes najaagt, staat armoede te wachten. Wie houdt van drank en overdaad, wordt nooit rijk.
18. De goddeloze moet boeten in plaats van de rechtvaardige, de trouweloze boet voor de oprechte.
19. Het is beter in de woestijn te wonen dan bij een ruziënde en kijvende vrouw.
20. De wijze beschikt over voldoende geld en heerlijk ruikende olie, een dwaas mens zou dat er in korte tijd doordraaien.