Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 21:13-22 Het Boek (HTB)

13. Wie zijn oren dichtstopt voor het hulpgeroep van de armen, wordt zelf ook niet verhoord, wanneer hij om hulp roept.

14. Een geschenk dat onopvallend wordt gegeven, helpt de woede bekoelen.

15. Een oprecht mens vindt voldoening in rechtvaardigheid, maar voor boosdoeners is dat een verschrikking.

16. Een mens die de goede weg verlaat, kan tot de doden worden gerekend.

17. Wie uitsluitend pleziertjes najaagt, staat armoede te wachten. Wie houdt van drank en overdaad, wordt nooit rijk.

18. De goddeloze moet boeten in plaats van de rechtvaardige, de trouweloze boet voor de oprechte.

19. Het is beter in de woestijn te wonen dan bij een ruziënde en kijvende vrouw.

20. De wijze beschikt over voldoende geld en heerlijk ruikende olie, een dwaas mens zou dat er in korte tijd doordraaien.

21. Wie zijn best doet ieder het zijne te geven en gul te zijn, krijgt alles wat hij nodig heeft, het leven en aanzien.

22. Een wijze weet een sterke stad te bedwingen en overwint de sterke mannen waarop de stad vertrouwde.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 21